§7: Opbouw van een rivier

Opdrachten paragraaf 7

1. Leg uit waarom er in de bovenloop van een rivier voornamelijk sprake is van erosie en in de benedenloop juist sprake is van sedimentatie.

2. Bekijk onderstaande bron.

a. Neem de nummer 1 t/m 3 over in je schrift en noteer erachter wat er te zien is.

b. Zet de cijfers in goede volgorde van sedimentatie vanaf de bron tot monding van de rivier.

c. Leg uit waardoor juist deze volgorde ontstaat.

Bron 1: verschillende soorten sediment

3. Bekijk onderstaande bron.

a. Wat wordt bedoeld met het debiet van een rivier?

b. Verklaar waarom de Maas in de zomermaanden een lager debiet heeft dan in de winter.

c. Zoek op waar de Rijn en Maas ontspringen (de bron van de rivieren) en verklaar vervolgens waarom het regiem van de Rijn regelmatiger is dan het regiem van de Maas.

Bron 2: Regiem van de Rijn en Maas.

4. a. Wat wordt bedoeld met het regiem van een rivier?

b. Leg uit hoe ingrepen door de mens zorgen voor een onregelmatiger regiem.

5. De grens van het stroomgebied van een rivier noemen we de waterscheiding. Waar worden waterscheidingen door veroorzaakt?

6. Om water buiten te houden zijn in ons land vele dijken aangelegd. Wonen mensen in binnendijks of buitendijks gebied? Leg je antwoord uit.

7. Maak de juiste combinaties

8. Gebruik het namenregister in de Bosatlas.
a. Welke 3 soorten rivieren onderscheiden we?

b. Ga voor de volgende rivieren na welke soort rivier dit is.

Maas – Rijn – Donau – Po – Ebro – Schelde – Rhône – Seine – Loire – IJssel

9. Bekijk onderstaande bron.

De legenda is deels niet ingevuld. Neem de nummers 1 t/m 3 over en zet er de juiste begrippen erachter.

10. Bekijk onderstaande bron.

a. Neem de nummers 1 t/m 4 over en zet er de juiste begrippen bij.

b. Welke twee functies hebben de uiterwaarden nog meer behalve het bergen van water?